maandag 15 januari 2024

Mijn gevallen engel



Afgelopen zondag luisterden we in de ZHV (zusterhulpvereniging van onze kerk) naar een bewerkte versie van 'Ik ben een kind van God' en mijn gedachten gleden even weg naar de tijd dat mijn kinderen nog op mijn schoot zaten en ik dit liedje voor hen zong. Als moeder hoopte ik dat de boodschap van dit lied tot hen door zou dringen en dat zij zich op den duur bewust zouden worden van hun goddelijke afkomst en bestemming. Ik hoopte dat de Geest hen zou vertellen dat zij allebei letterlijk een zoon en een dochter van een hemelse Vader zijn, net zoals ik dit zelf had mogen ondervinden in mijn jongere jaren.

In mijn eigen leven had ik meerdere malen ondervonden dat ik met deze kennis beter in staat was om beproevingen, moeilijkheden en nare gedachten te overwinnen. Keer op keer, na iedere val, stond ik op en zette ik 'mijn goddelijke kroon' weer recht. 

In de afgelopen maanden heb ik mij veelal bezig gehouden met het lezen van de dagboeken van Thom, die hij tijdens zijn zending heeft bijgehouden. Ik kom veel namen tegen van mensen die hij ontmoet heeft, zijn belevenissen, alsook zijn worstelingen. En ook hier mocht ik ontdekken dat het soms zijn enige houvast was - de wetenschap dat ook hij een kind was van God en welk potentieel hij hierdoor had. Het was zo mooi om te lezen welke doelen hij zichzelf stelde om te kunnen voldoen aan het beeld dat hij gevormd had van het leven dat hij toen nog voor zich had. 

Terwijl ik mijn gedachten op papier zette, besefte ik dat ik hier spreek over een deel van zijn leven waarin Thom happy was; dat hij goed in zijn vel zat. De vraag die ik mezelf stelde was wat er in zijn hoofd is omgegaan in de laatste periode van zijn leven. Had het besef van wie hij werkelijk was hem kunnen doen redden van de dood?

De tweede vraag die dan onmiddellijk om de hoek komt kijken is in hoeverre was hij nog in staat om te beseffen wie hij was? Wat ik hiermee bedoel is dat ik (ook uit eigen ervaring) weet wat depressie met je kan doen. Ik vraag mij af in hoeverre het 'Licht' nog binnen kan komen als je geen oplossing meer weet voor wat er in je hoofd omgaat. In mijn depressie kan ik mij herinneren hoe ik holde in een diepe, donkere tunnel, recht vooruit. Niet in staat om de nooduitgangen aan de zijkanten, hoewel verlicht door groene lampjes, op te merken of te zien. In een donkere depressie zag ik nog maar een ding en dat was de 'finale'. 

In mijn verhaal ben ik op tijd terecht gekomen bij een psycholoog/psychiater en heeft medicatie mijn oorlog in mijn hoofd weer tot bedaren kunnen brengen, maar Thom heeft te lang gewacht om medische hulp te vragen/te krijgen, met alle gevolgen van dien.

Zijn scheepje is vertrokken naar de overkant. Uitgezwaaid aan deze kant, en in mijn beleving, hartelijk ontvangen aan de andere kant. Mijn scheepje is een stukje met hem mee gevaren. Hij heeft een deel van mij mee genomen. Het andere deel is achtergebleven, midden in een stormachtige zee. Mijn bootje deint nog hevig op en neer. Mijn 'goddelijke kroon' leek even weggespoeld, maar het lijkt erop dat God nog andere plannen met mij heeft en ook deze keer weer vraagt om de kroon op te zetten.

Het opzetten van die kroon betekent voor mij dat ik weer aan de slag ga. Het lukt me niet zo goed meer als voorheen. Voorheen rolden de woorden zo van het toetsenbord. Nu moet ik zoeken naar woorden, moet ik zoeken naar wat ik nu eigenlijk precies wil vertellen. Er is namelijk veel te vertellen, maar ik kan niet alles vertellen. Te heftig, te gevoelig.... 

Wat ik vandaag wilde vertellen is dat ik er absoluut van overtuigd ben dat met de Heer alles mogelijk is. Dat er veel te overwinnen valt als je met de Heiland aan je zijde loopt, maar ik wil ook duidelijk maken wat depressie met de mens kan doen. Als je hoofd zo vol is met duisternis dat het licht je niet of nauwelijks meer kan bereiken. Zodra ik de juiste woorden weet te vinden, wil ik graag aandacht vragen voor depressie, vooral omdat ik meer en meer ben gaan zien hoeveel mensen, vooral jonge mensen, kampen met depressie en waartoe depressie kan leiden. 

In mijn sociale kring (hoe of wat is niet van belang op dit moment), zie ik iedere week (!), nieuwe gevallen van zelfdoding. Iedere week! Laten we ons hoofd niet afdraaien, omdat het ons verdrietig maakt of omdat het onderwerp taboe is. Laten we meer om ons heen kijken en letten op elkaar. Deze keer betrof het mijn zoon, morgen is het misschien wel iemand in uw directe omgeving. 

Laten we praten! 


woensdag 10 januari 2024

Verjaardag


Net als 39 jaar geleden kan ik de slaap niet meer vatten en lig ik te staren in het donker. Toen met mijn hand op mijn bolle buik, nu raken mijn vingertoppen het litteken aan op mijn onderbuik. Een fysiek teken van jouw geboorte. 

In mijn dagboek staat te lezen dat je al ver voor de Kerst geboren had moeten worden, maar zo klein als je was, weigerde je de sprong in het duister te maken. De dokter liet me op je wachten in een ziekenhuisbed. "Het is beter voor de baby", zei hij, "want de baby is wat aan de kleine kant". Ik ben ongeduldig, van mij mocht je al wel geboren worden.

Ik herinner me de paniek welke laat op de avond uitbrak, toen bij een allerlaatste controle bleek dat het niet goed met je ging. Heel snel werd de beslissing gemaakt door de dienstdoende arts. Van een normale bevalling was geen sprake meer. Voordat ik kon knipperen met mijn ogen deed de narcose zijn werk. En toen ik van de uitslaapkamer naar mijn kamer gebracht werd, vertelde de verpleegkundige me dat we een zoon gekregen hadden. Later zal blijken dat je leven aan een zijden draadje gehangen had en dat de keizersnede geen minuut later had moeten plaatsvinden. 
Ik beloofde de verpleegkundige in een roes dat mijn zoon zijn naam zal dragen, maar daar kwam niks van in, want jouw naam was al lang van te voren uitgekozen, toen ik rond Pasen luisterde naar een Bijbelverhaal. We noemden je Thomas. Niet dat jij vergeleken werd met de ongelovige Thomas, maar ik was destijds de ongelovige, omdat ik de hoop op een zwangerschap bijna had opgegeven. Beeld je daarom eens in hoe dankbaar en blij ik was toen ik jou voor het eerst mocht vasthouden.

Dolgelukkig waren we met je. Het hummeltje in mijn armen mocht al snel mee naar huis. Of jij net zo gelukkig was als ik dat kan ik niet met zekerheid zeggen, want dagen, nachten, wekenlang heb je gehuild. Als kersverse moeder was het een nachtmerrie; ik wilde het zo graag goed doen, maar wat ik ook deed je was niet te kalmeren. Soms had ik het gevoel dat je hier helemaal niet wilde zijn.. 

Van je kindertijd heb ik goede herinneringen. Samen met je zusje, die anderhalf jaar na jou geboren werd, beleef je mooie avonturen. Onlangs hoorde ik dat mooie avonturen ook soms gevaarlijke avonturen waren. Ja, soms was je wat roekeloos. Al heel vroeg verschenen in mijn donkerbruine haar de eerste grijswitte haren. Gekscherend heb ik altijd gezegd dat ik die grijze haren van jou gekregen heb. Nu is het datzelfde witte koppie dat ik koester, als aandenken aan de tijd dat ik me zorgen over je maakte. Met de wetenschap van nu, zou ik de tijd graag weer over willen doen.

Het is in je pubertijd, na de scheiding van je vader en mij, dat de eerste tekenen van depressiviteit de kop opsteken. Zwarte gedachten maken zich meester van jou, hetgeen het niet makkelijk maakt in ons gezinsleven. Maar zoals je zelf beschrijft in een laatste brief, zijn het je familie, je vrienden en je geloof dat je er weer uit weet te klimmen en uit jouw dagboeken blijkt dat hoewel je worstelde met je eigenwaarde en met het ontdekken van wie je was, je in de jaren die volgden je een gelukkige tijd kende. 

Twee jaar van je leven gaf je aan God; je ging op zending om mensen te vertellen over Christus. In die tijd leerde je veel mensen kennen en zo ook de verschillende kanten van de samenleving, de maatschappij. Het was soms een harde leerschool, waar je, volgens je dagboek, leerde om geduldig te zijn, jezelf weg te cijferen en heel hard te werken. Deze eigenschappen nam je mee als je na je zending een jonge vrouw leert kennen en samen met haar een gezin wilde stichten. Ik herinner me nog: je was zo verliefd op haar, zo dol op je partner, dat je bij wijze van spreken, de sterren, de maan en zo nodig het universum naar beneden haalde voor haar geluk. En nog nooit heb ik een vader zo ontroerd zien kijken, zoals jij keek, toen je eerste dochter geboren werd. En wat was je een trotse en liefdevolle vader toen je gezin werd aangevuld met nog een dochtertje en een zoon.

Je werkte hard om je gezin te onderhouden. Misschien wel te hard naar mijn zin. Voor familiebijeenkomsten, verjaardagen, Kerst of 'even binnen wippen' was in de laatste jaren geen tijd. Er zijn tijden geweest dat ik je dat kwalijk heb genomen, maar de regelmatige telefoongesprekken maakte het weer een beetje goed. Gesprekken met een dosis humor en grappen, om de tijd te overbruggen, zoals je dat zei. Je zat vaak in de bus (van je werk) op weg naar huis of je liet jullie hond uit of  je zat te wachten tot je dochter klaar was met paardrijden. Het zijn deze gesprekken die ik nu zo mis. Nooit meer hoor ik 'Hey moeders' als ik de telefoon opneem. 

Ik besef tijdens het schrijven dat ik de neiging heb om niets dan 'goeds over de doden' te vertellen. Ik  besef dat je in je leven soms keuzen gemaakt hebt waar ik niet mee eens kon zijn of waar ik niet achter kon staan. Er waren momenten waarop ik, als jouw moeder, licht teleurgesteld was, maar weet je, Thom, het is de liefde van een moeder voor haar kind, die ondanks alles onvoorwaardelijk blijkt te zijn. En dat zal altijd zo blijven. 

Dat je, ondanks je mooie gezin, je schatten van kinderen, uit het leven gestapt bent is voor mij nog steeds niet goed te bevatten. Blijkbaar was het leven zoals het was, te zwaar voor je om te dragen en heb je een sprong in het duister gemaakt. Of dit voor jou een bewuste keuze is geweest valt niet te zeggen. Het vermoeden is dat er wederom donkere gedachten zijn geweest, die je er toe aan gezet hebben. En ook hier is het mijn onvoorwaardelijke liefde voor jou dat maakte dat ik in het ziekenhuis tegen je kon zeggen: "Ik laat je gaan, het is okay". 

Het is vandaag je geboortedag, jouw verjaardag. Ik lig hier in het donker, starend naar het plafond en doordat ik terug glijd in de tijd, houd ik me niet bezig met vragen of zorgen, maar kan ik alleen dankbaarheid voelen voor de 38 jaar en 9 maanden dat je hier op aarde mocht zijn. Dankbaar voor het voorrecht dat ik had om een groot deel van die tijd jouw moeder te zijn. Ik besef dat jouw leven niet voor niets is geweest. Je hebt voor velen van ons een onuitwisbare indruk achter gelaten. Ik ben dankbaar voor wie je was en voor wie je bent daarboven. Het verdriet dat ik voel als ik denk aan jouw verlies, wordt overschaduwd door dit overweldigend gevoel van dankbaarheid.

Lieve schat, ik hoop dat de engelen voor je zingen vandaag en dat jij met ze danst in de hemel. Deze gedachten laten me glimlachen en maakt dat ik een beetje bij je kan zijn. 

Dikke knuffel en een smakkerd op beide wangen. 

Mijn gevallen engel

Afgelopen zondag luisterden we in de ZHV (zusterhulpvereniging van onze kerk) naar een bewerkte versie van 'Ik ben een kind van God'...